Geschiedenis van Loge Amsterdam

In 1890 stichtte de heer L.L. Plantinga een theosofische loge in Amsterdam. Deze loge was aangesloten bij de Franse afdeling van de Theosophical Society. Tot de leden van deze loge behoorden ook de heer W.B. Fricke en mevrouw P.C. Meuleman-van Ginkel. Beiden speelden een belangrijke rol in de oprichting van de Theosofische Vereniging. Op 21 februari 1891 werd door de Theosophical Society een charter verleend aan de "Dutch-Belgium Branch of the Theosophical Society" te Amsterdam. Op 14 maart 1891 hield de heer Fricke zijn eerste voordracht over theosofie.
In Amsterdam ontstonden twee loges, te weten Loge Amsterdam aan de Amsteldijk en de Vâhana loge.
De Vâhana Loge is opgericht op 19 november 1896. Hoofdzakelijk architecten en sierkunstenaars werden lid van de Vâhana Loge. Kunstenaars zoals Piet Mondriaan sloten zich aan bij een "gewone" loge. Piet Mondriaan was lid van Loge Amsterdam. In 1931 werd de Vâhana loge opgeheven.
De meeste leden gingen over naar Loge Amsterdam. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden alle openbare bijeenkomsten en ook de literatuurverspreiding verboden.

Referentie: "…een kern van broederschap…"; auteur: Ruud Jansen (Amsterdam 1997).